Geen bewijs voor verhoogde kans op schizofrenie of manisch-depressieve psychoses.
Een samenvatting van een artikel van O. Mors, P.B. Mortensen en H.Ewald. Inhoud: Voorgeschiedenis, Methoden, Resultaten, Conclusies, Correspondentie. (ca. 400 woorden). 2001

Auteur(s) O. Mors, P.B. Mortensen en H.Ewald

Betreft een samenvatting, gemaakt op 17-11-2004 door Ida Bakker.



Voorgeschiedenis
Verscheidene onderzoeksrapporten en terugblikken hebben gesuggereerd dat er een verhoogd risico zou bestaan op schizofrenie of manisch-depressieve psychoses bij personen met geslachtschromosomale aneuploidies, maar deze observatie kan door bevooroordeling, wegens foutieve structuur in onderzoek, veroorzaakt zijn.

Methoden
De 1122 individuen met geslachtschromosomale aneuploidie, geregistreerd in het Danish Cytogenetic Central Register, zijn gescreend in het Danish Psychiatric Central Register op opname’s in verband met schizofrenie of manisch-depressieve psychoses.

Beide registers zijn op betreffende populatie gebaseerd en bestaan al sinds, respectievelijk, 1968 en 1969.

Relatieve risico’s op schizofrenie, manisch-depressieve psychoses zowel als schizofrenie en manisch-depressieve psychoses gecombineerd als één fenotype (= observeerbare eigenschappen van lichaam en gedrag) zijn berekend.

Sinds de hospitalisatie voor een psychiatrische aandoening de waarschijnlijkheid dat er cytogenetisch (=chromosomen) onderzoek gedaan is heeft doen toenemen, zo kunnen de ‘relatieve kansen op’ gestegen zijn, waardoor ze om die reden vervolgens werden toegepast.

Resultaten
Aneuploidies van het X- of Y-chromosoom zijn niet geassocieerd met een verhoogde kans op schizofrenie of manisch-depressieve psychoses.

De voorkomendheid van het gecombineerde fenotype, inclusief schizofrenie zowel als manisch-depressieve psychoses, was beduidend gereduceerd bij personen met het Turner Syndroom en beduidend toegenomen bij individuen met het 47, XXY karyotype.

Conclusies
De op deze populatie gebaseerde studie heeft geen bewijs gevonden die ondersteuning biedt aan de aanwezigheid van risicovolle ‘alleles’ (=vormen van genen, gekoppeld aan mogelijke uitkomsten van een fenotype) voor schizofrenie of manisch-depressieve psychoses op het X-chromosoom of het pseudo-autosomale (=tegenover elkaar liggende uiteinden van het chromosoom) gebied op het Y-chromosoom.

De bevindingen van een verhoogde kans op het gecombineerde fenotype voor XYY mannen en de gereduceerde kans voor personen met het Turner Syndroom zijn interessant, maar moeilijk te verklaren met huidige neurobiologische kennis en staan in geen verhouding met de andere bevindingen van deze studie.

Correspondentie
Adres voor correspondentie: Dr. Ole Mors, Departement of Psychiatric Demography,

Institute for Basic Psychiatric Research, Psychiatric Hospital in Ãrhus, Skovagervej 2, DK-8240 Rosskov, Denmark.

Bron
No evidence of increased risk for schizophrenia or bipolar affective disorder in persons with aneuploidies of the sex chromosomes.
Psychological Medicine (2001) 31: 425-430 Cambridge University Press

Copyright: 2001

Hyperlinks
http://journals.cambridge.org/bin/bladerunner?

[ARTIKELEN] [Deense Artikelen]